Watervogels

In de sloten in het Klimaatbos zijn altijd watervogels te ontdekken. De wilde eend, knobbelzwaan en krakeend zijn vaak op het water te zien en broeden in het voorjaar op de slootkant. In het voorjaar hebben ze vaak een groot aantal jongen achter zich aan op de sloten. Dit geldt ook voor het waterhoen en de meerkoet. Het waterhoen loopt vaak onopvallend langs de slootkant, terwijl de meerkoet juist zeer aanwezig is en zijn territorium fel bewaakt. In het najaar en de winter is ook de kuifeend te zien, de mannetjes zijn prachtig zwart-wit gekleurd. Het gehele jaar door is ook de fuut en de ijsvogel in het Klimaatbos op of rond de sloten te zien. Ze maken een drijvend nest. Bijzonder is dat de fuut zijn jongen meeneemt op zijn rug om ze te beschermen tegen roofdieren. De fuut jaagt onder water op vissen en andere onderwaterdieren. Leer hieronder de soorten beter kennen. De waterral is familie van het waterhoen en de waterral maar komt veel minder voor. Ze zijn in het Klimaatbos vooral in het najaar en de winter te zien of te horen. Als een hard gekrijs uit het riet klinkt, weet je dat er een waterral zit.