Hongarije vormt maar een klein deel van het uitgestrekte areaal van dit soort. De eik komt voor in Roemenië, Zuid-Italië, de Balkan en het noorden van Turkije.
De Hongaarse eik is een snelgroeiende boom die van af onder af aan vertakt is. De boom wordt meestal tot 25 m. hoog, maar kan in goede omstandigheden ook richting de 40 m. groeien. De bladeren zijn te onderscheiden van de zomer- en wintereik door de diep ingesneden lobben van het heldergroene blad. De napjes van de eikels zijn ook kenmerkend met een dichte bezetting van smalle behaarde schubben.