Kers (Prunus cerasus ‘Dubbele Meikers’)

Er is niet veel bekend over de geschiedenis van de kers en kersenboom. Men denkt dat de boom van oorsprong uit de buurt van de Zwarte Zee en de Kaspische Zee komt, op de grens tussen Europa en Azië. In Europa wordt de kers via de Romeinen en monniken verspreid. In het woord kers is het Latijnse woord ’cerasia’ nog goed te herkennen. In de middeleeuwen is de kers vooral door Karel de Grote verspreid. Karel de Grote was een groot liefhebber van fruit. Bekend is dat hij 1125 kersenbomen bij zijn paleis in Aken liet planten. 

De kers is een smakelijke vrucht die in Nederland populair is. De vrucht heeft een harde houten pit. Hierdoor valt de kers onder de categorie steenvruchten, net als de perzik en de abrikoos. Er wordt onderscheid gemaakt in zure en zoete kersen. De zoete kersen (Prunus avium) worden voornamelijk vers gegeten. De zure kersen (Prunus cerasus) worden vaak niet zo gegeten, maar worden vaak verwerkt in gebak, jam of sap. Voorbeelden van zure kersen zijn krieken en morellen.